BESTAAT ER EEN RAARDER LEVEN DAN HET MIJNE

1

25 januari 2021 door spanje3639

Onder deze pakkende titel is 19 januari de langverwachte biografie van Jef Last verschenen, van de hand van Rudi Wester. Haar kennismaking met Last dateert uit het begin van de jaren ’80. Zij vertelt daar over: 

Omdat ik voor Vrij Nederland en Trouw Franse literatuur recenseerde (niet vertaald, dat mocht toen nog!) ging ik regelmatig naar Parijs op zoek naar nouveautés. Daar zag ik in de etalage van een boekwinkel La Hune aan de Boulevard Saint Germain de correspondentie tussen André Gide en Jef Last liggen (Presses Universitaires de Lyon, 1985). Gide kende ik, want ik heb Frans gestudeerd, maar van Last had ik nog nooit gehoord. Enfin, ik lees het en vond toen de brieven van Last beter, met een scherper politiek inzicht dan Gide, en schreef dat enthousiast op in de Republiek der Letteren van VN, met een mooie foto ven hen beiden. De volgende dag werd ik gebeld door Martin Ros van De Arbeiderspers ( god hebbe zijn ziel) dat ik een biografie over die held uit zijn jeugd moest schrijven en dat hij die wilde uitgeven. Je had toen nog geen internet etc, dus uren in de bibliotheek en op het Letterkundig Museum ( nu: Literatuurmuseum) gezeten. In 1986 besloot ik definitief de biografie over die buitengewoon interessante – en ook: vergeten, maar welke dode schrijver is dat niet?- figuur te schrijven”.

In de jaren ’80 heeft Wester talloze figuren geïnterviewd die Last nog gekend hadden ( Last stierf in 1972). In 1987 reisde zij een maand lang door Indonesië in de voetsporen van Last. Zij had het geluk dat Last’s oudste dochter Femke haar toestemming gaf om de onuitgegeven memoires van Last die in het Letterkundig Museum lagen in te zien: “Een openbaring: zó eerlijk – en vaak geestig- over zichzelf en zijn avonturen, ook met jongens uiteraard.”

Daarna heeft haar onderzoek jarenlang op een laag pitje gestaan tot zij in 2016 besloot al haar andere werk op te geven en zich helemaal aan de biografie te wijden. Het resultaat is een vuistdikke, fascinerende biografie waarin je meegesleept wordt in het leven van misschien wel een van de meest veelzijdige maar ook een van de meest gecompliceerde intellectuelen die Nederland heeft gekend. Mijn probleem was het teveel, verzucht Wester in de inleiding – waar andere biografen nog wel eens willen klagen over het te weinig. Zij had de beschikking over honderden boeken en artikelen van zijn hand maar ook over hem. En een leven dat de belangrijkste gebeurtenissen van de eerste driekwart van de getormenteerde twintigste eeuw omvat:

 “Hij voorzag Belgische vluchtelingen van eten tijdens de Eerste Wereldoorlog, zette zich in voor betere omstandigheden van de arbeider tijdens de Grote Depressie, was pionier van avant-garde films in Nederland, smokkelde begin jaren dertig Duitse intellectuelen en kunstenaars naar België en Frankrijk, vocht in de Spaanse Burgeroorlog, zat in het verzet tijdes de Tweede Wereldoorlog, streed tegen kolonialisme en imperialisme, doorbrak het taboe op op homoseksualiteit, constateerde de verschrikkingen van de Culturele Revolutie in China en was in de jaren zestig lijstduwer van Provo.”

En dat allemaal door een rijkeluis  zoontje dat door zijn moeder door en door verwend was. Een man met een bepaald niet makkelijk karakter – waar ook de biografe af en toe duidelijk mee worstelt:

“Jef Last  was zo’n man van wie je in je hart weet dat hij meestal gelijk heeft, maar dat op zo’n drammerige manier uitvent dat hij het bloed onder je nagels vandaan kan halen.

Een vaak onmogelijke man, ook voor zichzelf.”

Terecht krijgt  in de biografie zijn vrouw Ida de nodige aandacht. Haar loyaliteit aan de vader van haar drie dochters die zijn gezin meer dan eens in de steek liet, is soms op het ongelooflijke af. 

Voor de lezers van deze site is natuurlijk vooral het verhaal van Jef Last in de Spaanse Burgeroorlog interessant. Last was als een van de allereersten naar Spanje vertrokken, had zich daar bij de Spaanse milities aangesloten en was als voorbeeldig vechter toen de milities opgingen in het reguliere leger al snel bevorderd in rang. Ook op de IISGsite spanjestrijders.nl zijn herinneringen te vinden van  Nederlandse vrijwilligers die zich Last herinneren als vurig spreker die hen inspireerde om naar Spanje af te reizen. Dat gold voor Sake Visser, voor Frits Gunther die zich herinnerde dat Last hem aan een adres in Parijs hielp. Harry Schoen herinnert zich de Spaanse lessen die hij van Last kreeg in de korte tijd dat Last overgeplaatst was naar de Internationale Brigaden.  Wim van Veen vertelt trots dat hij wel een uur lang met kapitein Jef Last heeft gesproken en hoe die in zit over zijn vrouw Ida die ze in Nederland haar nationaliteit willen ontnemen. Zoals vrijwel alle Spanjevrijwilligers raakte Last inderdaad  zijn nationaliteit kwijt en dat gold tegelijkertijd voor zijn vrouw en dochters. In 1939 – toen Last allang weer terug was in Nederland – en inmiddels ook uit de Communistische Partij was getreden – ging de Amsterdamse Officier van Justitie Van Dullemen zelfs nog een stapje verder. In een schrijven aan de Procureur-Generaal bij het Gerechtshof te Amsterdam in een brief dd. 31 juli 1939 zegt hij:

 ….Ik vraag mij af of het niet hoogst noodzakelijk is de voor de publieke rust uiterst gevaarlijke personen ( ….) als den “kapitein” Jef Last als staatlooze vreemdelingen uit ons land te doen zetten !

Zover is het nooit gekomen maar veel Spanjestrijders hebben het verlies van hun nationaliteit tijdens de Tweede Wereldoorlog met jaren concentratiekamp moeten bekopen. 

Jef Last werd voor de Communistische Partij in de loop van 1937 van held tot vijand. Het weerspiegelt de tragiek van wat zich in Spanje afspeelde: aan de ene kant was de Sovjet-Unie vrijwel het enige land dat Spanje daadwerkelijk steunde ( waar overigens met een flink deel van het Spaanse goud voor is betaald), aan de andere kant was de Sovjet -Unie in de greep van het stalinisme, de showprocessen en de nietsontziende verkettering van en moorden op Trotskisten en alles wat daar voor doorging – ook in Spanje. Voor haar biografie put Rudi Wester  uitgebreid uit de correspondentie tussen Gide en Last en dat geeft een helder beeld van de twijfels waar beiden mee worstelden: de teleurstelling in de Sovjet Unie. Gide’s “Retour de l’USSR” waarin hij zijn kritiek op de ontwikkelingen in dat land weergeeft, was een breekpunt.  Last heeft nog geprobeerd om Gide van publicatie te weerhouden, en de argumenten die hij aanvoert zijn sterk:

“Op dit moment is de Sovjet-Unie de enige echte bondgenoot van het heldhaftige Spaanse volk en we moeten uit alle macht alles verhinderen wat maar het prestige van deze bondgenoot zou kunnen schaden. Daarom vraag ik je dringend de publicatie van het boek uit te stellen tot de politieke situatie wat helderder is.”

 Gide publiceert toch en Last neemt de verdediging van zijn vriend op zich, oa op het grote internationale schrijverscongres dat in de zomer van 1937 in Valencia werd gehouden. Daarna is de beer los en wacht  Last van communistische zijde hel en verdoemenis. Zelfs een dapper man als de latere verzetsstrijder Nico Rost  laat zich in een schotschrift tegen Last gaan in schimpscheuten. Het bleek voor veel communisten heel wat eenvoudiger om zich met gevaar voor eigen leven in de strijd tegen de vijand te gooien dan zich los te maken van wat jarenlang de hoop van hun leven was geweest. In de woorden van de in Spanje gesneuvelde Joop van Kleef in een brief aan zijn broer: 

Ik heb ongeveer vier en een halve maand aan het front gezeten, (laatste bij Teruel) –en dit is nog maar kinderspel vergeleken bij een tegenwoordige moderne grote oorlog,  dan slaat mij de schrik om mijn hart van wat jullie, als je niet oppast, nog zult beleven. En de eenigste partij in de wereld, de Kommunistische Partij begrijpt dit gevaar (…)  dat moet je nu niet beschouwen als propaganda, Ko, nee, dat is de waarheid.

Rudi Wester citeert in haar biografie uitgebreid uit het interview dat in 1984 door Hans Dankaart gemaakt werd met Leo Klatser voor het boek “De oorlog begon in Spanje”. Omdat Klatser een van de initiatiefnemers was van het Comité Spanje3639  – en ook hij veel te stellen had gehad met de CPN – neem ik dit hier over uit de originele transcriptie:

Hans Dankaart: Wat is jouw mening over Last ?

Leo Klatser: Oh, moeder, wat moeilijk! En zeer emotioneel mens, om te beginnen. Maar van een soort idealisme, zo’n raar woord, he, idealisme, maar ik weet op dit moment niets beters te bedenken, toch wel van een zekere gedrevenheid. Dat is veel beter. Die, door zijn aanleg, dor zijn gehele geschiedenis natuurlijk een aantal talenten had waardoor hij heel slecht paste in de context van zijn eigen tijd. Daar kwam ook nog bij dat hij zeer exclusieve opvattingen had over hoe de dingen hadden moeten lopen. Je moet niet vergeten dat hij dus oorspronkelijk uit de omgeving van Sneevliet komt, dat hij pas daarna in de ( communistische) partij is gekomen, daar altijd, ook als als schrijver, een eigen positie had. Hij is dus eerst bij de RSP geweest, dan komt hij tenslotte terecht bij het Instituut voor Arbeidersontwikkeling, de SDAP dus (…) hij krijgt dan contacten met de surrealistische beweging, met Breton, met Gide, schrijft dan (…) een boek over de Sovjet-Unie. Hij bekleedt dus een functie temidden van progressieve kunstenaars. Met alle voordelenen nadelen die daar aan zaten. Hij was militair om de sodemieter geen lafaard.

(..)

Allesbehalve. Hij was te theatraal zelfs voor de functie die hij had in het leger. Toen hebben ze hem, toen het decreet kwam dat alle buitenlanders in de (Internationale) Brigaden moesten, toen is hij in de Brigaden opgenomen waar hij zich absoluut niet thuis voelde. Hij heeft een tijdlang in Madrigueras gezeten, als instructeur, hij had toen de rang van kapitein. Hij was een goede veldinstructeur en gaf tegelijkertijd ook Spaanse les. Hij was degene die begonnen is met er voor te zorgen dat de jongens Spaanse les kregen, gestencilde lessen en gaf ook in de militaire lessen in twee talen instructie. Op zichzelf een goede zaak maar het was boter aan de galg. 

En dan vervolgt Klatser over zijn makkers in de Internationale Brigaden die toch vaak een negatief oordeel over Last hadden:

Het waren een stel arbeidersjongens in meerderheid, die zich och ja, ze vonden hem een wijsneuzige bourgeois. En dat was ie ook wel, eigenlijk. En het was een flikker, en dat was gewoon op zichzelf al genoeg. Er waren een aantal mensen die daar geen moeite mee hadden maar … die konden dat niet eens goed laten merken, want dat mengsel van calvinisme en puritanisme dat in de partij heerste, dat was te gek om los te lopen. Überhaupt, dat je een pik had, dat was al erg genoeg, dus kijk maar uit. En dan kwam dus die brochure die Nico Rost in opdracht van de partijleiding schreef over Jef, een onvoorstelbaar smerig schotschrift, maar ja dat was de krant. En dat jongens die dat soort dingen alleen maar voor hun neus kregen en verder van Jef de kloten afwisten, wat voor een soort mens of hij was en wat voor een geschiedenis die man had, nou ja, hij was een trotskist, een verrader en dan ook nog een flikker, wat wil je nou nog meer. 

In de zomer van 1938 verschijnt De Spaanse tragedie ( zie https://www.dbnl.org/tekst/last001spaa02_01/last001spaa02_01_0002.php) dat in verschillende talen wordt vertaald. Uiteraard geen goed woord er over in het Volksdagblad maar veel lof van Menno ter Braak en Eduard du Perron. En tot op de dag van vandaag is het het beste ooggetuigenverslag dat in het Nederlands is verschenen over de Spaanse Burgeroorlog.

De breuk met de communistische partij betekende ook een breuk in het leven van Last. Een breuk die niet meer geheeld zou worden . Treffend –  zeker ook  voor de ruimhartigheid van Jef Last – is dat hij in 1964 over Piet Laros “Hollander Piet”, de commandant van de Hollandse “Zeven Provinciën” – die zich over Last meer dan eens laatdunkend had uitgelaten – het volgende zei: “Piet is de échte held. Zonder zijn bezielende leiding  was het heel anders met de Nederlanders in Spanje afgelopen”. 

Rudi Wester besteedt – terecht – veel aandacht aan de complexiteit van Last’s karakter.  In de jaren tussen 1938 en 1940 schrijft ze dat hij zich “ met supersonische energie” weer op het schrijven stortte – en tegelijkertijd geen enkele aandacht had voor zijn gezin.  Hij bombardeerde iedereen die ook maar enige belangstelling toonde met “boeken, brieven, vleierijen”. Vaak tot ergernis van de geadresseerde. En hoe merkwaardig het ook mag klinken: het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog kwam voor hem bijna als een zege. Hij kon zich weer helemaal richten op een concreet doel: verzet tegen de Duitse overvallers. Dat heeft hij met al zijn inzet en moed gedaan, waarbij zijn ervaringen in de Spaanse Burgeroorlog hem ook van pas kwamen.  Een “beschermengeltje” moet hem zoals Wester schrijft door die 5 jaren heen geloodst hebben. Ook het verzetswerk van zijn vrouw Ida en van de drie dochters krijgt aandacht in deze biografie – dochter Femke werd als enige gearresteerd en overleefde verschillende kampen.  Naast zijn werk voor het illegale “De Vonk” schreef Last dagboekaantekeningen, het nooit uitgegeven  “Dagboek van een veroordeelde” dat Wester toch als een van zijn belangrijkste geschriften ziet.  Het lijkt de overgang aan te kondigen naar een bredere visie op zichzelf en op de geschiedenis.

Toch zal hij in de eerste na-oorlogje jaren zich vooral nog richten op de strijd. Voor een socialistisch Nederland, ondanks de teleurstellingen: “Het socialisme heeft in de wereld een ontzaglijke en roemloze nederlaag geleden. We zijn uitsluitend bevrijd door de kracht van onze principiële vijand, het militarisme. Onze regering is wel bezig met een herstel, maar niet met een vernieuwing” schrijft hij december 1945. Hij zet zich duizend procent in voor de vrijheid van homoseksuelen ( dan nog wettelijk beperkt ) die in 1953 nog tot zijn arrestatie leidt. Hij staat voor in de strijd tegen imperialisme en kolonialisme. Van 1950 tot 1953 werkt hij als leraar op Bali ( “Geliefd leraar” heet het hoofdstuk dat Wester er aan wijdt ).  Hij promoveert als sinoloog aan de Universiteit van Hamburg, in 1957 reist hij vijf maanden lang door Azië en zal dat de komende jaren blijven doen. Voor het China van Mao heeft hij een scherp oog en een vernietigend oordeel – en ook dat werd hem niet in dank afgenomen: “In China kan men met niemand meer praten … Men denkt niet meer. Enkel Mao denkt nog. Er heerst een inquisitie-terreur”. 

Naast talloze journalistieke reportages schrijft hij kinderboeken, romans , boeken over Japan, een boek over zijn geliefde Andre Gide.  Tot aan het eind van zijn leven blijft hij onvermoeibaar actief, ook als graag geziene gast bij radio en tv, als brievenschrijver en  ook als “provo tegen wil en dank”. Nog in 1967 verscheen een herdruk van zijn boek over Rinus van der Lubbe, nu onder de titel “Rinus van der Lubbe, doodstraf voor een provo”. In 1971 brengt hij nog – dan al doodziek – een bezoek aan Spanje, met “ een bevriende hoerenjongen” zoals Wester schrijft. Na zijn dood publiceert deze nog een homo-erotisch boekje – waarvan Last de inleiding schreef. 

Met de treffende titel “Bestaat er een raarder leven dan het mijne” heeft Rudi Wester geen woord teveel gezegd en het is bijna ondoenlijk om alle facetten van dit leven hier kort samen te vatten. Lees het boek! Rudi Wester sleept je op boeiende wijze mee in het leven van Last – en daarmee ook in driekwart eeuw Nederlandse en internationale geschiedenis. 

De  Russische “ Lijst met fondsen en inventarissen van het Russisch Staatsarchief van Sociale en Politieke Geschiedenis (RGASPI)” bevat niet alleen de aantekeningen die Last in Spanje maakte en de brieven aan zijn vrouw Ida maar ook een groot aantal tekeningen die hij in Spanje maakte. Hierbij een aantal: 

1 thoughts on “BESTAAT ER EEN RAARDER LEVEN DAN HET MIJNE

  1. marjolijn van Doorn schreef:

    Wat een goede recentsie van een veel omvattend werk. Ik heb het gelezen en vind dat het hier heel goed is samengevat.
    , (kleindochter van Jef.)

    Like

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.

'Vertel jullie kinderen over ons en onze strijd en het leven dat wij wensen. Mogen onze grootste verlangens door het leven zelf overtroffen worden. Werk en heb lief, vecht en win.
Leef. Leef allen en wordt groot.'

Afscheidsbrief van Spanjestrijder Krijn Breur (d.d. 5 februari 1943)

St. Spanje 1936 – 1939

Voor een donatie kunt u gebruik maken van ons rekeningnummer:
NL 96 INGB 0006696045
t.n.v. Stichting Spanje 1936-1939
De stichting is aangemerkt als Algemeen Nut Beogende Instelling (ANBI). Hierdoor zijn giften aan ons aftrekbaar voor de belasting.

Deze website is verkozen tot digitaal erfgoed door:

Vul email adres in om deze blog te volgen. U ontvangt een email bericht als een nieuw artikel wordt geplaatst.

Google Translate

Herdenking gedichtenboek

Agenda

Geen komende evenementen