Een iconische foto van de Spaanse Burgeroorlog – met een Haags staartje
126 februari 2020 door spanje3639
De foto van deze prachtige jonge Spaanse vrouw siert de omslag van menige publicatie over de Spaanse Burgeroorlog. Hij werd in juli 1936 genomen in Barcelona, op het dak van het Hotel Colon, indertijd de zetel van de Catalaanse PSUC, gelieerd aan de Spaanse Communistische Partij. De fotograaf is Juan Guzman, de jonge joodse Hans Guttmann die nazi-Duitsland ontvlucht is en zijn naam verspaanst heeft. Het afgebeelde meisje is 17 jaar oud en heeft nooit eerder een geweer in handen gehad. De foto had een puur propagandistische waarde: schoonheid, kracht en jeugd tegen het barbaarse fascisme. Marina Ginestà heette ze. Ze was in 1919 geboren in Toulouse, haar linkse ouders waren rond 1910 het Spaanse Koninkrijk om politieke redenen ontvlucht en kwamen enkele jaren voor de Republiek werd uitgeroepen terug naar Barcelona. Marina sprak vloeiend Frans, Catalaans en Spaans. In talloze interviews heeft Marina altijd gezegd dat ze nooit aan de gewapende strijd heeft deelgenomen, dat ze alleen op die ene foto ooit een geweer in handen heeft gehad maar haar zoon Manuel zegt in zijn nog niet gepubliceerde memoires daar de nodige twijfels over te hebben:
“Marina heeft tegen mij gezegd dat ze één keer geschoten heeft: per ongeluk! Ze had, in de gekte van de gevechten in die eerste dagen van de oorlog een karabijn in handen gekregen, een echte Winchester, als in de cowboy films! Op de Plaça de Catalunya in het hartje van Barcelona had ze die aan een vriendinnetje laten zien, ook een meisje van een jaar of 17 of 18 en toen ging het ding af! Er zat nog een kogel in, een klassieke stupiditeit.”
Later, schrijft Manuel, krijgt het verhaal van Marina weer een andere wending en hij, haar zoon, denkt dat ze zo haar redenen had om over haar precieze verleden tijdens de burgeroorlog te zwijgen. Waarover zo meteen meer.
Er is nog een getuige die beweert dat Marina wel degelijk vaker een geweer in handen moet hebben gehad. En niet de minste getuige : Mikhail Koltsov, de vermaarde journalist die voor de Sovjet-Russische Pravda verslag deed van de strijd in Spanje en die de naam had een vertrouweling van Stalin te zijn. In zijn Dagboek van de Spaanse Burgeroorlog ( lang na de oorlog en lang nadat dezelfde Koltsov door zijn vriend Stalin was geliquideerd in het Spaans verschenen) schrijft hij dat Marina altijd met een groot en zwaar en ouderwets geweer rond zeulde. Marina was enkele maanden lang zijn tolk geweest en ze was aanwezig bij de legendarische ontmoeting tussen Koltsov en de anarchistenleider Durruti. Durruti bleek minstens zo goed Frans te spreken als Koltsov en Marina was dus overbodig. De heren zonderden zich af. Marina vertelde daar over:
“Ik zou hoe dan ook niks van hun conversatie hebben begrepen, daar was ik veel te jong voor. Ze leken echt vrienden van elkaar, ze glimlachten en leken het heel erg met elkaar eens. Ik denk dat dat ook de reden is waarom Koltsov is geliquideerd toen hij terugging naar Moskou. Ik ben toch wel zo blij dat ik niet in Moskou terecht ben gekomen zoals zoveel Spaanse communisten na de nederlaag van de Republiek.”
Wie wel – en al voor het einde van de Spaanse Burgeroorlog – in Moskou terecht kwam was een oude jeugdliefde van Marina: Ramon Mercader, de latere moordenaar van Trotsky. Naast haar op deze foto uit 1935.
In Moskou kreeg Mercader zijn opleiding tot geheim agent en later de opdracht naar Mexico te gaan. Marina’s zoon Manuel in zijn memoires:
“In september 1960 toen ik een weekend bij haar doorbracht (…) zag ik Marina plotseling doodsbleek op me af komen lopen met een nummer van Paris Match in haar hand. Ze ging zitten en liet me een foto in het tijdschrift zien. Een paar weken daarvoor was in Mexico na twintig jaar gevangenschap de moordenaar van Trotzky vrijgelaten. En zij kende hem, zij kende de moordenaar! Vroeger in Barcelona was hij een vriendje van haar geweest. Ramon Mercader. Zij had Ramon leren kennen via haar oudere broer Albert en een vriendengroep van de Socialistische Jeugd. Ramon was de playboy van de groep, een soort communistische Don Juan, die heel wat vrouwelijke veroveringen op zijn naam had staan. Rond 1935 zou er zelfs sprake zijn geweest van een huwelijk.”
Het huwelijk ketst af op weerstand van de moeder van Ramon, Caridad Mercader. Caridad had een verhouding met een in Spanje opererende Russische geheim agent en zij is het die haar zoon overhaalt om naar Moskou te gaan. Zij zal uiteindelijk ook bij de aanslag op Trotzky betrokken zijn. Van dat alles had Marina geen weet maar Manuel veronderstelt dat zijn moeder behoorlijk verliefd moet zijn geweest. Ze was al rond de 85 toen ze samen Joseph Losey’s film “The assassination of Trotzky” zagen:
“ Ik zei tegen Marina dat Losey overdreven had door voor de rol van de moordenaar zo’n mooie jongen als Alain Delon te kiezen. Tot mijn verbijstering liep ze rood aan en zei ijzig: Ramon Mercader was veel mooier dan die ordinaire Alain Delon.”
Marina was dol op film, vertelde ze in een interview waarin ze ook een beeld schetst van de jongeren in de jeugdbeweging van de PSUC, de Catalaanse partij waarin socialisten en communisten elkaar gevonden hadden.
‘Jonge mensen van nu kunnen zich toch helemaal niet meer voorstellen hoe het toen was. Er bestaat zo’n beeld dat wij alleen maar de hele dag met politiek bezig waren en dat is voor een deel waar maar wij hadden wat je noemt een dubbele cultuur. Aan de ene kant waren we in de ban van de Sovjet-Unie waar een échte revolutie was geweest, we geloofden in de mogelijkheden van een nieuwe maatschappij, we geloofden in de nieuwe mens, nieuwe verhou dingen tussen rijk en arm, meer sociale rechtvaardigheid. We waren tegen de macht van de kerk die in Spanje ultraconservatief en oppermachtig was, tegen de grootgrondbezitters die van een groot deel van Spanje nog een middeleeuws land maakten. Maar aan de andere kant waren wij jongeren in een toen best wel moderne stad als Barcelona helemaal in de ban van Hollywood, van die nieuwe filmwereld. Van Greta Garbo en Jean Harlow, persoonlijk was ik helemaal weg van Gary Cooper. En we gingen naar alle westerns die in Barcelona draaiden. Die filmsterren waren net zo veel onze helden als Lenin en Stalin, we leefden in een filmwereld en in een wereld van politieke illusies, dus met dubbele illusies.”
Marina heeft de jaren van de burgeroorlog grotendeels in Valencia doorgebracht. Na de val van Barcelona in januari 1939 was ze de kant van Alicante opgevlucht; het gerucht ging dat daar de mogelijkheid bestond in te schepen op Russische schepen. Duizenden mensen stonden op de kades toen Italiaanse troepen onder het zingen van hun lijflied Giovinezza ( Jeugd) de stad innamen. Met een vriend is Marina uiteindelijk onder erbarmelijke omstandigheden lopend de Pyreneen overgegaan. Haar vriend heeft de overtocht niet overleefd. Marina was gevallen en had een arm gebroken. In Frankrijk vindt ze uiteindelijk na maanden zoeken haar ouders en broer terug. Ze besluiten hun geluk te gaan beproeven in Latijns Amerika. Mexico, Cuba en de Dominicaanse republiek namen Spaanse vluchtelingen op. In de Dominicaanse republiek heerste dictator Trujillo en zijn aanbod om “blanke” Spanjaarden op te nemen moet vooral ingegeven zijn door de angst voor “ omvolking” van zijn land vanuit het naburige grotendeels ‘zwarte’ Haiti. Die gewenste immigratie heeft hem later nog opgebroken toen meer en meer Spaanse Republikeinen de oppositie tegen hem begonnen aan te voeren. De familie van Marina had geen keus, in eerste instantie zouden ze naar Mexico gaan maar dat ketste af. Op de boot De La Salle leert Marina Manuel Periañez kennen, eveneens een vluchteling die tegen Franco heeft gevochten. In december 1940 wordt hun zoon geboren – die net als zijn vader de naam Manuel krijgt. De familie verkast rond 1944 naar Venezuela. Het huwelijk strandt als Marina een baantje vindt bij de Belgische ambassade en er een relatie ontstaat met een Belgische diplomaat. De revolutionaire van weleer, de vrouw met het geweer over de schouder verkeert jarenlang in diplomatieke kringen en zwijgt als het graf over haar verleden.
En zo krijgt dit verhaal een Haags staartje. In 1953 krijgt de Belgische diplomaat Den Haag toegewezen. Marina en zoon Manuel komen in februari 1953 in Den Haag aan – op het moment van de watersnoodramp. Ze doen er 6 uur over om van Brussel in Den Haag te komen en nemen hun intrek op de Benoordenhoutse weg. Marina zal tot 1957 in Den Haag blijven. Ze heeft een uitgesproken hekel aan het diplomatieke milieu waarin ze verkeert. Franco’s Spanje heeft een diplomatieke vertegenwoordiging in Den Haag; Nederland was een van de eerste landen geweest om het Franco-regime te erkennen. Zoon Manuel vertelt dat ze om de diplomatieke omgeving te ontvluchten vaak naar de Haagse Markt ging waar ze graag een praatje maakte met de kooplui. Ze kocht er inktvis die toen in Nederland nog nauwelijks werd gegeten wat steeds weer tot de vraag leidde of dat nou echt wel lekker was.
De foto van de jonge Marina sierde in 2016 bij de herdenking van het begin van de Spaanse Burgeroorlog de straten van Barcelona. Het was de eerste keer, zegt zoon Manuel ( hier op de foto) dat in Spanje “ ondanks knarsend protest van de rechtse partijen” een linkse herdenking van de burgeroorlog op die schaal plaatsvond, georganiseerd door burgemeester Ada Colau. Manuel vertelt dat met de opkomst van het internet en de speurtocht die in Spanje met name door de kleinkinderen van de Spanjestrijders werd gedaan naar het verleden de foto van Marina vanaf 1995 grote bekendheid kreeg. De mensen vroegen zich af wie zij was en Manuel nam contact op met Xulio Bilbao van het foto-agentschap EFE dat de foto verspreidde.
“Ik vroeg Marina om hem maar gewoon te bellen en Marina had er erg om moeten lachen dat Xulio bijna van zijn stoel was gevallen toen hij haar levend en wel aan de lijn kreeg.”
Marina Ginestà werd 94 jaar oud. In de jaren ’70 publiceerde ze twee boeken:
Les antipodes, 2014, 337 p., Barcelona, 1976, París, 2014 (Prix Fastenrath 1977)
D’autres viendront, 254 p., Barcelona, 1976, París, 2014 (Prix Salvador Seguí
Mooi verhaal.
Wel appart dat hier van en Spaanse vrouw wordt gesproken ipv Catalaanse vrouw.
LikeLike