Documentaire The Silence of Others Woensdag 6 maart 22.55 u. NPO2

5 maart 2019 door spanje3639

https://www.npostart.nl/2doc/06-03-2019/VPWON_1291237

‘The Silence of others’ gaat over de moedige strijd van slachtoffers van het veertigjarige regime van dictator Franco die tot op de dag van vandaag gerechtigheid zoeken. Over een periode van zes jaar volgt de film de overlevenden die het baanbrekende “Argentijnse proces’ van de grond krijgen en die vechten tegen het door de staat opgelegde stilzwijgen rond misdaden tegen de menselijkheid. De film verkent een land dat na veertig jaar democratie nog sterk verdeeld is. Makers Almudena Carracedo en Robert Bahar werkten zeven jaar aan de film. Eerder kregen zij een Emmy-Award voor “Made in L.A.’ . Producenten van de film zijn Pedro Almodóvar, Agustín Almodóvar en Esther García.

Onderstaande is een vertaling door Yvonne Scholten van het interview met Almudena Carracedo en Robert Bahar, de makers van “The Silence of Others” – de documentaire die afgelopen november op het IDFA werd vertoond en als tweede eindigde in de publieksfavorietenlijst. Sebastiaan Faber interviewde ze voor “The Volunteer” : http://www.albavolunteer.org/2018/05/the-right-to-bury-ones-mother-filmmakers-almudena-carracedo-and-robert-bahar-on-francos-victims-quest-for-justice/

Faber zocht de filmmakers in november 2017 op in hun huis in Madrid  waar ze na 6 jaar filmen en een jaar editen bezig waren om de laatste hand te leggen aan hun 90-minuten durende documentaire. Het is het verhaal  van een groep Spanjaarden wier ouders onder het Franco-regime verdwenen waren, van ouders die hun pasgeboren baby’s afgenomen werden, van mensen die onder het Franco-regime gevangen gezet en gemarteld waren.

In 2010- nadat Spaanse rechters met een beroep op de Amnestiewet van 1977 geweigerd hadden om een onderzoek te starten – deed de groep een beroep op een Argentijnse rechtbank. Een ervaren Argentijnse rechter, Maria Servini, besloot – met een beroep op het internationale recht  – om een zaak te openen. Sinds die tijd loopt het “Argentijnse proces” ( la querella Argentina) .

Servini heeft geprobeerd meer dan een dozijn functionarissen van het Franco-regime uitgeleverd te krijgen en te ondervragen en de conservatieve Spaanse regering heeft haar uiterste best gedaan om dat te belemmeren; desondanks zijn een paar belangrijke resultaten geboekt. In 2014 gaf Servini opdracht om opgravingen te doen in een massagraf bij Guadalajara. Daar zou het stoffelijk overschot moeten liggen van Timoteo Mendieta, de vader van een van de aanklagers. Timoteo Mendieta was een vakbondsman die vlak na het einde van de Spaanse burgeroorlog is geëxecuteerd. De eerste opgravingen hadden geen succes maar bij een tweede poging, in 2017, werden stoffelijke resten gevonden. De opgravingen kregen zowel in de Spaanse als in de internationale pers veel aandacht. Ze vormen ook het laatste deel van de documentaire van Carracedo en Bahar.

Toen ik in november 2017 bij ze was, zaten ze vol spanning te wachten op nieuws uit het internationale filmfestivalcircuit. Er is een enorme competitie om je film vertoond te krijgen op belangrijke festivals als Sundance ( in Canada), Berlijn, en IDFA . Dat bleek allemaal goed te gaan en ze overwogen op dat moment ook nog om hun zonovergoten appartement in Madrid – waar hun dochtertje is opgegroeid dat net zo oud is als het project – te verlaten en terug te gaan naar de Verenigde Staten. Carracedo is Spaanse, Bahar Amerikaan. Hun vorige project Made in L.A. kreeg een Emmy-Award. Het vertelt het verhaal van de pogingen van immigranten in de textielindustrie in Los Angeles om een vakbond op te richten. Het realiseren van deze documentaire nam  5 jaar in beslag. Beide documentaires werden geproduceerd voor het veelgeprezen ‘Point of View” programma van de PBS ( Amerikaanse Publieke Omroep).

Als ik ze 5 maanden later opnieuw in Madrid spreek, zijn ze nog steeds uitgeput – maar de spanning heeft plaats gemaakt voor euforie. Ze zijn net terug uit Toronto waar ze de film getoond hebben aan een enthousiast publiek. De documentaire kreeg een plek in de toptien publieksfavorieten. In Berlijn in februari kreeg hij de Peace Film Price en de Panorama Audience Award.

V: Hoe is de ontvangst tot nu toe ?

Carracedo: Echt ontroerend. We realiseerden ons dat de documentaire meer een emotionele dan een intellectuele ervaring is. Het verhaal zet je zeker aan het denken, maar het raakt je vooral in het hart. Vooral jongeren reageren heel sterk.

Bahar: Ze begrijpen het en ze zien ook de overeenkomsten. Bij de publieke omroep waren ze getroffen door de overeenkomst tussen wat in de documentaire speelt en het publieke debat in het zuiden van de VS over de standbeelden voor de zuidelijke helden in de Amerikaanse burgeroorlog. In dat opzicht was het ook wel symbolisch dat de wereldpremière plaats vond in Berlijn. In Duitsland is heel veel gedaan aan het verwerken van het pijnlijke verleden – op scholen, in de musea, zelfs in wetgeving over meningsuiting. Door vertoning van de film in Berlijn werd eens te meer duidelijk hoe weinig er gedaan wordt in Spanje als het gaat om waarheidsvinding, gerechtigheid en garanties dat dit niet nog eens kan gebeuren.

V: Wat voor publiek trekken jullie?

Bahar: Behalve mensen die specifiek geïnteresseerd zijn in de Spaanse situatie, krijgen we veel respons uit landen die met de erfenis van conflicten worstelen –  Algerijë , Libanon, Sri Lanka, Colombia, de Balkanlanden.  Ik denk dat het laat zien dat dit verhaal – tragisch genoeg – niet uniek is. Uiteindelijk blijven overal dezelfde vragen over: wat herinneren we ons wel en wat niet, wat is rechtvaardig en wat niet?

Carracedo: Aanvankelijk dachten we dat we twee versies van de film moesten maken, een voor een Spaans publiek en een voor niet-Spaanse kijkers. Op een gegeven moment was duidelijk dat we aan één versie genoeg hadden – en daar zijn we nu ook wel van overtuigd. Ook in Spanje zijn heel veel mensen die maar heel weinig kennis hebben van deze geschiedenis. Wij gaan heel ver in het onderzoeken van zaken waar nog geen echte publieke discussie over is.

Bahar: In Toronto zat een vrouw in de zaal die een dochter bleek te zijn van een vrijwilliger van de Internationale Brigades.  Chato Galante – die een belangrijke rol speelt in de film – was er ook. (Chato Galante was student in de laatste jaren van het Franco-regime. Hij werd gearresteerd en gemarteld door de Spaanse politie. De politieagent – die de bijnaam “Billy the Kid” had – is nooit veroordeeld en woont nog steeds in Madrid, niet ver van waar Chato woont. De Argentijnse rechtbank heeft om zijn uitlevering gevraagd maar de Spaanse autoriteiten weigeren dat – SF).

Toen Chato de dochter van de spanjestrijder ontmoette bij de filmvertoning, barstte hij in tranen uit en bedankte de Internationale Brigades.

Carracedo: Hij zei: “De Internationale Brigades zijn het beste dat de mensheid heeft voortgebracht.”

V: Waren er publieksreacties die jullie verbaasden?

Carracedo: Ja. We verwachtten positieve reacties van mensen die politiek geëngageerd zijn. Maar we hebben heel erg ons best gedaan om de film zo te maken dat hij een breed publiek zou aanspreken, of mensen nu wel of niet van de zaak afwisten, of waar ze politiek stonden, vooral in Spanje. Dat lijkt gelukt. Er zijn Spanjaarden die na de voorstelling naar me toe kwamen om te zeggen dat ze anders waren gaan denken. Dat is natuurlijk heel indrukwekkend. Een andere verrassing voor ons was dat veel mensen de film hoopvol vinden. En dat is niet iets dat we er met de haren bijslepen. We geloven dat dingen aan het veranderen zijn en we wilden dat de film aansluit bij dit moment in Spanje, waar verandering eindelijk mogelijk lijkt.

V: Jullie hebben de Spaanse aanklagers in het Argentijnse proces zes jaar lang gevolgd. Hebben jullie er over nagedacht of jullie langdurige aanwezigheid hun ervaringen mede bepaalde, misschien zelfs het verhaal veranderd heeft? Nu de film vertoond wordt, is het goed mogelijk dat die dat proces verder aanwakkert.

 Carracedo: Met onze vorige film, Made in L.A., zijn we vijf jaar bezig geweest. Ook in dat geval moesten we ons afvragen wat het betekende om mensen een stem te geven die zonder ons niet gehoord zouden worden. In het Spaanse geval was het eigenlijk minder ingewikkeld. We filmden tenslotte mensen die zelf al besloten hadden om de stilte te verbreken, om actie te ondernemen en niet alleen slachtoffer zijn. Maar toch, als er een camera bij komt, geeft dat mensen ook een gevoel van waardering. Dat is echt prachtig. De moeder van Maria Martin, een van de oudere vrouwen in de film, verdween tijdens de Spaanse Burgeroorlog en ligt in een anoniem massagraf. Maria’s dochter was aanvankelijk niet zo geïnteresseerd in de zaak. Het duurde een hele tijd voor ze begreep wat ze kon betekenen en uiteindelijk nam ze de zaak van haar moeder over – onze aanwezigheid als filmers speelde daar een rol  bij. Een van de andere figuren – die bij de première in Berlijn was – zei tegen ons: “Eindelijk bestaan we. De hele wereld weet nu dat we bestaan.”

Bahar: Je moet je realiseren wat de slachtoffers willen bereiken – slachtoffers die nu organisatoren en aanklagers zijn geworden. Waar ze voor vechten is waarheidsvinding, gerechtigheid, genoegdoening en garanties dat dit zich niet nog eens herhaalt. Dat impliceert al dat de stilte verbroken moet worden. Ook het meedoen aan de film helpt daar bij. In de eerste plaats om de waarheid boven tafel te krijgen. Ook erkenning is een vorm van genoegdoening – erkenning dat er sprake is van slachtoffers, erkenning dat er misdaden hebben plaats gevonden – en het maken van de film was in die zin onderdeel van een rechtsproces. Natuurlijk hopen we dat de film – nu hij gezien wordt door een groter publiek, waaronder wetgevers – op al deze gebieden een impuls geeft.

V: Het is opvallend dat jullie film in Spanje politiek grotendeels goed is ontvangen – zelfs door rechtse en centrumrechtse kranten als El País en El Mundo. Dat zou kunnen betekenen dat de publieke opinie op het gebied van de ‘memoria historica’ aan het veranderen of normaliseren is. Maar ik denk ook dat die positieve reacties aantonen hoe zorgvuldig jullie in jullie film met het verhaal zijn omgesprongen. Het schrikt een politiek conservatief publiek niet bij voorbaat af. En jullie bereiken dat zonder de politieke lading van jullie film te niet te doen.

Carracedo: We hebben geprobeerd om ook ruimte te  maken voor andere verhalen, voor mensen die tegen het oprakelen van het verleden zijn. Zo zegt de zoon van een van de hoofdfiguren in de film dat hij tegen het veranderen is van straatnamen uit de Franco-tijd.

V: Het viel me op dat in de korte gedeeltes waarin de historische achtergrond wordt geschetst, de voice-over van Almudena is die in de eerste persoon meervoud spreekt over “wij Spanjaarden…”

Carracedo: Het was moeilijk om die tekst in de ‘wij’-vorm te schrijven. Ik wilde genoeg zeggen om mensen het verhaal te laten begrijpen maar zonder af te schrikken. We weten heel goed dat de Spaanse geschiedenis een slagveld is. We realiseerden ons dat we het verhaal het beste konden vertellen aan de hand van individuele geschiedenissen. Daarom besloten we de voice-over heel beperkt te houden en de menselijke aspecten op de voorgrond te zetten – met het idee het publiek er van te overtuigen dat het niet gaat om één kant te kiezen, of om de visie die je op school of van je familie hebt meegekregen. Dit gaat om echte mensen. Als je te maken hebt met iemand als Maria Martin, die iedere dag het anonieme graf van haar moeder bezoekt dat ergens langs een snelweg ligt, ben je dan in staat om haar te vertellen dat ze niet het recht heeft om haar moeder te begraven? Want als je iemand en zijn/haar verhaal persoonlijk leert kennen, dan stort dat overkoepelende verhaal dat je hebt meegekregen in elkaar.

Bahar: Er is ook nog een ander punt. Het besluit om een film te maken over het Argentijnse proces is ook een besluit  om een film te maken over iets dat nu gebeurt. Dit is geen film over iets wat in 1938 gedaan had moeten worden, of over wat er in de periode van de Transitie in Spanje ( 1975-1978)  allemaal anders had gemoeten. Nee, dit gaat over nu, over 2018. We kijken naar de situatie waarin de slachtoffers zich nu bevinden….

Carracedo: …en vragen: wat is hier aan te doen?

Bahar: Precies.

Carracedo: Door in het heden te blijven, hebben we vermeden om een clichématige film te maken over de Spaanse memoria historica. Het is geen historische film, maar het gebruikt de geschiedenis om het heden te begrijpen.

Bahar: Dit is ook een radicale manier om de argumenten van tafel te vegen die vaak gebruikt worden om het streven naar gerechtigheid te belemmeren. Want als je die historische argumenten wegneemt en zegt …

Carracedo: Ok, dat is nu eenmaal gebeurd …

Bahar: Dat is nu eenmaal de geschiedenis…

Carracedo: Maar waar het om gaat is: hoe gaan we daar nu mee om?

 

La Querella Argentina- het Argentijnse proces.

In 2010 besloot een groep Spaanse burgers bij een Argentijns gerechtshof aanklachten in te dienen tegen vroegere functionarissen van het Franco-regime. Rechter María Servini de Cubría voert een proces over gevangenschap, marteling, moorden en verdwijningen – misdaden tegen de menselijkheid – die plaatsvonden tijdens de Spaanse Burgeroorlog en de daaropvolgende dictatuur. Eerder had de groep geprobeerd deze zaken aanhangig te maken bij Spaanse gerechtshoven maar dat liep stuk op de Amnestiewet van 1977. Op diezelfde wet heeft de Spaanse regering zich beroepen bij de herhaaldelijke weigeringen om te voldoen aan de door rechter Servini  gevraagde uitlevering van verdachten.

De internationale druk op Spanje om de Amnestiewet te herzien is toegenomen. De Mensenrechtencommissie  van de Verenigde Naties oefent al jarenlang kritiek uit op de Spaanse staat vanwege het niet voldoen aan het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten, dat Spanje veertig jaar geleden mede heeft ondertekend. De Amnestiewet ‘bemoeilijkt het onderzoek naar schendingen van mensenrechten die in het verleden plaatsvonden, in het bijzonder marteling, verdwijningen en standrechtelijke executies’ constateerde de commissie in de zomer van 2015. Volgens de commissie zijn de verantwoordelijkheden van de Spaanse staat duidelijk. De staat zou onderzoek naar alle in het verleden begane schendingen van mensenrechten actief moeten bevorderen, veronderstelde daders moeten identificeren, vervolgen en berechten in overeenstemming met de ernst van de begane misdaden. En het zou de aanbevelingen moeten overnemen van het Committee on Enforced Disappearances. Dit comité sprak in december 2013 de aanbeveling uit dat alle gevallen van verdwijningen in Spanje onderzocht moeten worden ‘hoeveel tijd er ook verstreken mag zijn’, dat de veronderstelde daders vervolgd moeten worden en de slachtoffers genoegdoening moet worden geboden – door de Amnestiewet in te trekken of te veranderen.

 

'Vertel jullie kinderen over ons en onze strijd en het leven dat wij wensen. Mogen onze grootste verlangens door het leven zelf overtroffen worden. Werk en heb lief, vecht en win.
Leef. Leef allen en wordt groot.'

Afscheidsbrief van Spanjestrijder Krijn Breur (d.d. 5 februari 1943)

St. Spanje 1936 – 1939

Voor een donatie kunt u gebruik maken van ons rekeningnummer:
NL 96 INGB 0006696045
t.n.v. Stichting Spanje 1936-1939
De stichting is aangemerkt als Algemeen Nut Beogende Instelling (ANBI). Hierdoor zijn giften aan ons aftrekbaar voor de belasting.

Deze website is verkozen tot digitaal erfgoed door:

Vul email adres in om deze blog te volgen. U ontvangt een email bericht als een nieuw artikel wordt geplaatst.

Google Translate

Herdenking gedichtenboek

Agenda

Geen komende evenementen

%d bloggers liken dit: